top of page
Rotterdam moet bouwen niet slopen
Frank/Janine:
Ideeën van de overheid om de stad in te richten en de weerstand van bewoners om daar aan mee te doen is van alle tijden. Ik weet van Hausman die in het Parijs van de 19e eeuw grote opruiming van sloppen en krotten hield. Hij heeft er een eigen boulevard aan overgehouden. Betere huisvesting was niet hoofddoel maar bij-product. Er moesten brede straten komen waar troepen zich konden bewegen; nog zo’n Franse revolutie was ongewenst.
Mijn persoonlijke geschiedenis van de woonstrijd gaat terug tot de 70-er jaren toen ik het ouderlijk huis verliet en een woninkje beneden de huurwaarde kraakte aan de rand van Crooswijk. De strijd om betaalbare woningen voor de eigen bewoners woedde in alle hevigheid. Het resultaat van de stadsvernieuwing was baanbrekend en tekent nog steeds het beeld van de oude Rotterdamse wijken. 35 jaar later is het wel tijd dat er weer iets aan gebeurt.
In de negentig jaren kwam ik in de tweede ring van Rotterdam terecht; de flatwijken van de tuinsteden. Ook daar vonden woningbouwcorporaties en gemeente dat er dringend iets moest gebeuren. De gemeente vond het destijds oneerlijk dat alle bouwprogramma’s naar Barendrecht en Rhoon gingen, daarmee liepen ze een hoop geld mis en de Rotterdammers die wat te besteden hadden vluchtten, in hun opvatting, de stad uit.
Grootschalige sloop was het antwoord en wijken die net van slaapwijk aan het ontwikkelen naar levendige gemeenschappen werden uit elkaar getrokken. Waar al die mensen gebleven zijn die het nieuwe prijspeil van Pendrecht, Zuidwijk en Ijsselmonde niet trokken? Het gebied lijkt weer terug naar de VINEX-slaapstad status. De tijd leek niet rijp voor verzet, het kwam niet van de grond. Nergens? Nee, een klein wijkje aan de rand van het centrum pleegde manmoedig verzet; in de nasleep van de ‘transformatie-periode’ trok nieuw –Crooswijk zijn scheur open.
In het nieuwe millenium heetten de stadsontwikkeling programma’s plotseling gentrification; ‘rijke mensen i.p.v.arme mensen. Met de ontwikkeling van de kop van zuid zat niemand iemand in de weg dus het beton kon rijkelijk vloeien. Daarmee werd echter geen interessant, bruisend woonmillieu geschapen. Het oog viel op buurten als Noordereiland en Katendrecht. Na alle heisa over prostitutie was die wijk behoorlijk platgeslagen en rijp voor gentrification. Nog net voor de crisis uit werden er miljardeninvesteringen gedaan. Of de komst van die nieuwe welgestelden leiden tot een gemixte diverse wijk zal nog maar moeten blijken.
Zelf ken ik de Afrikaanderwijk het beste. Daar heeft de banken- en vastgoedcrisis de plannen ingehaald. Gesloopt is er wel maar gebouwd nog niet. Dat hebben Crooswijk en Afrikaanderwijk gemeen. De wijk wordt verkocht als hip, leuk en exotisch en dat is absoluut waar.
Als je sommige zijstraten inloopt schaam je je. Zelfs de stad vernieuwingen golf van de 80-er jaren is hier voorbijgegaan. Rijp voor de sloop? Maar de mensen die daar wonen maken de stad zo leuk. Moeten die dan maar opschuiven omdat ze de opgedreven huren niet kunnen betalen?
De strijd om goed en betaalbaar wonen heeft een nieuw wapen; de directe democratie. 13.000 Rotterdammers hebben uit het vuur gesleept dat wij allemaal iets over de woonvisie van de gemeente mogen zeggen via een officieel referendum.
Dit is de periode waarin de zwarte spiegel met de camera de stad in trekt om Rotterdammers te vragen wat zij er van vinden. De focus ligt op zuid (maar dat maakt niet uit). Dat gebied kennen we het best. Er moet daar hoognodig wat gebeuren maar in de huidige plannen van de gemeente gaan de bewoners daar de harde klappen krijgen. We slaan terug!
Frank/Janine
bottom of page